Het Scheppingsverhaal van Eth, deel 5: De Grote Samenkomst
Met langzame vleugelslagen vloog Rodu, de Arend, hoog boven de boomtoppen. Hij was zich ervan bewust dat hij moe was, het was een jaar geweest waarin hij hard had gewerkt om de wijsheid van Eth te verspreiden onder zijn volk. Hij streek neer op een tak om uit te rusten. Eth en hij waren nu koningin en koning van de Stam van Eth en ze waren op weg naar De Grote Samenkomst van de Stam van de Reuzenschildpadden waarbij Eth geboren was. Deze jaarlijkse samenkomst was bedoeld voor het overdragen van de oude riten en kennis op de volgende generaties. Ook nieuwe kennis, zoals die van Eth, was welkom en belangrijk voor de ontwikkeling van de stam. De wijsheden mochten niet verloren gaan, zeker niet nu andere stammen hen dreigden aan te vallen. Er was een oorlog op komst later in dat jaar. Eth had dit in één van haar dromen gezien. De kans was aanwezig dat de oudste stamleden deze aanval niet zouden overleven en dat daarmee hun kennis zou verdwijnen. De aanval zou voelbaar zijn voor de Stam van Eth omdat het hun basis raakte, maar zij zouden overleven.
Dat was echter nog niet aan de orde. Eerst moesten ze zich richten op de bijeenkomst. Voor het eerst zouden ze tijdens deze bijeenkomst de wijsheid van Eth onderwijzen aan de andere stamleden die van heinde en verre bijeen kwamen. Rodu was zenuwachtig, de lessen moesten in het Britts worden overgedragen. Het was een taal die hij niet volledig machtig was.
Eth was al vooruit gegaan, ze had als Schildpad langer tijd nodig om de reis te maken. Rodu wist dat ze zich erop verheugde om haar grootvader te zien, de koning van de Stam van de Reuzeschildpadden. Ze hoopte dat hij trots op haar zou zijn en dat de lessen die door Rodu zouden worden overgedragen zijn goedkeuring konden wegdragen.
Rodu zuchtte en verhief zich weer in de lucht. Nog een halve dagvlucht. Af en toe zag hij Hager rennen vanuit de lucht. Zij was in volle galop onderweg naar de Samenkomst. Ondanks haar snelheid zag Rodu aan haar manier van lopen dat ook zij moe was. Net als hij ging Hager maar door en gunde zich nauwelijks de tijd om te rusten. Mili, de Beer, kon er deze keer niet bij zijn. Het was jammer dat hij deze mijlpaal zou missen.
Eindelijk landde hij in de vallei waar De Grote Samenkomst zou plaatsvinden. Het was een prachtige plek, het dal was omringd door groene heuvels die een natuurlijke tribune vormden. Alle dieren zouden de lessen, die door de leraren van de stam zouden worden gegeven, kunnen volgen.
Hij zag dat Eth haar grootvader al had begroet en ging naar hen toe. Rodu spreidde zijn vleugels en maakte een diepe buiging. De oude Schildpad knikte hem welwillend toe. Rodu schrok een beetje. De koning was oud geworden. Diepe lijnen groefden zijn gezicht, en hij zag er uitgeput uit. “Hoe gaat het met u,” vroeg Rodu beleefd. “Ik ben zo moe dat ik wel kan huilen,” antwoordde de koning. Rodu wist niet wat hij moest zeggen. Deze openheid had hij niet verwacht. Het deed hem verdriet om de oude koning zo te zien.
Honderden dieren hadden zich inmiddels in de vallei verzameld, de meesten van hen spraken net zo gebrekkig Britts als Rodu waardoor hij zich een beetje kon ontspannen. Hij was lang niet bij De Grote Samenkomst geweest, maar iedereen leek hem en Eth te kennen en was nieuwsgierig naar hun lessen.
Aan het einde van die week was het zover. Rodu werd leraar Wolf en hij sprak de stamleden toe. In het begin had hij moeite om de juiste woorden te vinden, maar al snel won zijn enthousiasme het van zijn onzekerheid en vertelde hij vrij over de wijsheid van Eth. Rodu gaf de deelnemers praktische oefeningen om met elkaar te doen. Alle dieren waren enthousiast, zijn lessen waren een succes, maar zelf zag hij dat niet. “Het was niet goed genoeg,” zei Rodu teleurgesteld tegen Hager. Mijn Britts was slecht en ik stotterde. Dat is niet goed voor een koning. “Het was wel goed,” zei Hager. “Het klopt dat je in het begin wat haperde, maar kijk eens hoe de stamleden naar je kijken. Je krijgt het respect dat je verdient en de Stam van Eth heeft er weer een aantal volgers bij; zoveel dat we een grotere plek nodig zullen hebben om ze allemaal les te geven. Je hebt het goed gedaan: jij hebt onze belangrijke lessen overgebracht met passie. Wees trots op wat je hebt gedaan.” Rodu keek Hager aan en zag in haar ogen dat ze het meende. “We gaan het zien,” zei hij. “Ik heb mijn best gedaan.”
Die avond namen alle dieren afscheid van elkaar. Volgend jaar zou er weer een Grote Samenkomst zijn, maar niet iedereen kon elke keer aanwezig zijn. Het zou misschien jaren duren voordat ze elkaar weer zouden zien.
Gedurende de lange hete zomer nam Rodu rust. Daarna was er weer genoeg te doen: er moest een grotere plek gevonden worden om de leden van de Stam van Eth te onderwijzen. Hager galoppeerde over het land en vond een prachtige open plek in het bos. Daarna was het feest, want de school die Rodu en Eth hadden opgericht bestond 15 jaar. Terugkijkend op deze periode konden ze trots zijn op de manier waarop ze de kennis hadden laten groeien. Het was niet meer klein, het was groots!
Aan het einde van dat jaar brak de oorlog uit, precies zoals Eth had voorspeld. Die strijd woedt nu nog steeds. De schade is groot, maar het is nog niet duidelijk hoeveel slachtoffers er zijn en hoeveel van de oude kennis verloren is gegaan. Zullen de stamleden en de oude riten overleven? Dat zien we komend jaar op de volgende Grote Samenkomst.
Lees ook de eerdere delen van het Scheppingsverhaal van Eth: